We beschouwen twee lineaire functies
\begin{gather*}
l_1(x)=2x-1\\
l_2(x)=3x+5
\end{gather*}
Het product van beide is de kwadratische functie \(k(x)=(2x-1)(3x+5)=6x^2+7x-5\text{.}\) We analyseren de ontbonden vorm even verder. De nulwaarden van de lineaire functies zijn
\begin{align*}
\amp 2x-1=0 \quad \text{en} \amp \amp 3x+5=0\\
\Leftrightarrow \; \amp x=\frac{1}{2} \amp \Leftrightarrow \; \amp x=-\frac{5}{3}
\end{align*}
Aangezien er geldt dat
\begin{equation*}
a \cdot b = 0 \Leftrightarrow a=0 \quad \text{of} \quad b=0
\end{equation*}
kunnen we besluiten dat de nulwaarden van \(k\) gelijk zijn aan \(\dfrac{1}{2}\) en \(-\dfrac{5}{3}\text{.}\) Deze nulwaarden zijn gemakkelijk af te lezen als we het functievoorschrift als volgt herschrijven:
\begin{equation*}
k(x)=(2x-1)(3x+5)=2 \left (x-\frac{1}{2} \right ) 3 \left (x+\dfrac{5}{3} \right )=6 \left (x-\frac{1}{2} \right ) \left (x+\dfrac{5}{3} \right )
\end{equation*}
De positie van de symmetrie-as (en bijgevolg ook de \(x\)-coördinaat van de top) ligt in het midden van het lijnstuk bepaald door de nulwaarden. De tekentabel en het verloopschema van \(k(x)\) zien er dus als volgt uit:
Voor de volledigheid staan de tekentabellen van \(l_1(x)\) en \(l_2(x)\) er hierboven ook bij, maar uit het functievoorschrift van \(k(x)\) volgt eigenlijk onmiddellijk dat de grafiek een dalparabool is omdat \(6 \gt 0\text{.}\)