Ik ken de begrippen gebonden vector, vrije vector, representant van een vrije vector, norm van een vector, tegengestelde vector, nulvector en puntvector.
Ik ken de eigenschappen van het optellen van vectoren (in woorden en symbolen), kan deze grafisch illustreren en ermee rekenen.
Ik ken de definitie van de scalaire vermenigvuldiging.
Ik ken de eigenschappen van de scalaire vermenigvuldiging (in woorden en symbolen), kan deze grafisch illustreren en ermee rekenen.
Ik ken het verband tussen de vrije vector \(\vv{AB}\) en de puntvectoren \(\vv{A}\) en \(\vv{B}\text{.}\)
Ik ken de formule voor de puntvector van
het midden van een lijnstuk.;
het zwaartepunt van een driehoek.
Ik kan de formule voor de puntvector van het midden van een lijnstuk bewijzen.
Ik kan grafisch vectoren optellen en ontbinden volgens twee gekozen richtingen.
Ik kan vectoren optellen en ontbinden m.b.v. de gelijkheid van Chasles-Möbius.
Ik kan de eerste wet van Newton toepassen in oefeningen.
Ik kan puntvectoren gebruiken om meetkundige eigenschappen te bewijzen.