Naar de hoofdinhoud

Sectie 1.1 Vectoren in de fysica

Vectoriële grootheden ken je uit de lessen fysica. Kracht en snelheid zijn welbekende voorbeelden. Een vectoriële grootheid stellen we voor door een pijl en heeft vier kenmerken:
  • een aangrijpingspunt,
  • een richting,
  • een zin,
  • en een grootte.
Beschouw bijvoorbeeld een boek dat op tafel ligt. Er worden twee krachten uitgeoefend op het boek: de zwaartekracht \(\vec{F}_Z\) (uitgeoefend door de aarde) en de normaalkracht \(\vec{F}_N\) (uitgeoefend door de tafel). Het boek is in rust, dus beide krachten hebben dezelfde grootte, maar een tegengestelde zin.