De som van twee vectoren \(\vv{u}\) en \(\vv{v}\) kan je grafisch bepalen door de vector \(\vv{v}\) te verschuiven zodat het beginpunt ervan samenvalt met het eindpunt van \(\vv{u}\text{.}\) Als je vervolgens het beginpunt van \(\vv{u}\) verbindt met het eindpunt van \(\vv{v}\) dan krijg je de vector \(\vv{u}+\vv{v}\text{.}\) Dit noemt men de “kop-staart”methode. Je kan \(\vv{v}\) ook verschuiven zodat het beginpunt samenvalt met dat van \(\vv{u}\) en de parallellogrammethode gebruiken.
Figuur1.3.1.De som van twee vectoren grafisch bepalen door “kop-staart”methode (links) en de parallellogrammethode (rechts).
De formule van Chasles-Möbius.
Als we expliciet de begin- en eindpunten van de vectoren noteren, leidt de kop-staartmethode onmiddellijk tot de handige gelijkheid van Chasles-Möbius:
De verzameling van alle vectoren zelf stellen we voor door \(\mathcal{V}\text{.}\) Voor alle \(\vv{u}\text{,}\)\(\vv{v}\) en \(\vv{w}\)\(\in \mathcal{V}\) geldt
\(\vv{u}+\vv{v} \in \mathcal{V}\) (\(\mathcal{V}\) is gesloten voor de optelling)
\(\vv{u}+\vv{v}=\vv{v}+\vv{u}\) (de optelling is commutatief)
\(\exists \vv{o}: \vv{u}+\vv{o}=\vv{o}+\vv{u}=\vv{u}\) (nulvector is neutraal element voor de optelling)
\(\exists (-\vv{u}): \vv{u}+(-\vv{u})=(-\vv{u})+\vv{u}=\vv{o}\) (tegengestelde vector is symmetrisch element voor de optelling)
\((\vv{u}+\vv{v})+\vv{w}=\vv{u}+(\vv{v}+\vv{w})\) (optelling is associatief)
Opdracht1.3.1.
Controleer grafisch dat het optellen van vectoren associatief is. Kies drie vectoren met verschillende richtingen om de tekening te maken.